Kernwaarden

Huize Ellen staat voor de volgende kernwaarden:

Veiligheid

Focus op veiligheid is essentieel om überhaupt tot het normaliseren van het bestaan van de kinderen te komen. Het dagelijks leven is zo gewoon als mogelijk en zo speciaal waar nodig.

Aandacht

Als het gevoel van veiligheid er is en een kind komt tot rust en herstel dan kan het kind gaan groeien en ontwikkelen door de aandacht die zij dagelijks krijgt gericht op verbondenheid, autonomie, competentieontwikkeling en veerkracht, o.a. door gezinsgericht werken, traumasensitief werken, aandacht voor hechting en een positief leefklimaat in een veilige en stabiele omgeving dat is afgestemd op de specifieke opvoedingsbehoeften

Autonomie

En als aan de eerste twee kerwaarden voldaan kan worden kunnen we ons richten op de autonomie van ieder kind woonachtig binnen Huize Ellen. Dan zal er tijd en ruimte ontstaan voor het werken aan hun eigen identiteit in de hoop dat ze voldoende tools krijgen om uit te mogen groeien tot zelfstandige, onafhankelijke individuen die zelfredzaam zijn binnen de maatschappelijk context wat haalbaar is afgestemd op hun (complexe) problematiek.

Bouwstenen

De kernwaarden zijn onder gebracht in vier bouwstenen die voortkomen uit de Kwaliteitscriteria Gezinshuizen en verder uitgewerkt te lezen zijn in de bijlagen.

De vier bouwstenen bestaan uit:

(1) De gezinshuisouder

Binnen Huize Ellen mogen de kinderen verwachten dat de gezinshuisouders Ellen en Leroy bekwaam zijn, lerend en reflecterend, samenwerkend en goed georganiseerd. De goede zorg binnen Huize Ellen valt en staat met de betrokken gezinshuisouders. Vitaliteit en stabiliteit is dan ook een vereiste.

(2) Het leefklimaat

Huize Ellen is in de eerste plaats het (tweede) thuis voor kinderen. Het gezinshuis ademt een warme, huiselijke sfeer, waarin ieder kind zich welkom en veilig voelt. Het gezinshuis is een fijne plek om te zijn: met aandacht ingericht, opgeruimd en schoon. Ieder kind heeft een eigen kamer (tenzij dit niet in het belang of tegen de wens van het kind is), bed en kast en zijn of haar privacy wordt gerespecteerd. Het gewone gezinsleven staat in het gezinshuis centraal: er zijn zo min mogelijk factoren die het gewone gezinsleven inperken. Kinderen gaan naar school, mogen vriendjes en vriendinnetjes mee naar huis nemen en een hobby beoefenen.

(3) De positie van het kind en diens ouders

Een gezinshuis borgt de basisrechten van ieder kind. Ieder kind heeft recht op een veilige woonplek met opvoeders die om hem of haar geven. Daarbij heeft ieder kind desgewenst een eigen kamer, recht op privacy en recht op een zo gewoon mogelijk gezinsleven (zie bouwsteen leefklimaat). Gezinshuisouders vragen kinderen, ouders, school en andere professionals regelmatig naar wat zij belangrijk vinden en hoe ze vinden dat het gaat in het gezinshuis. Zij houden hier zo veel als mogelijk rekening mee.

(4) Organisatie van transparante, navolgbare en goede zorg

Een gezinshuis is in eerste instantie een natuurlijk systeem en lijkt zo veel als mogelijk op een gewoon gezin. Maar een gezinshuis is wel degelijk ook een organisatie. Er zijn wettelijk geldende kaders en andere richtlijnen, zoals AVG (privacy), WOPZ (met betrekking tot beperkende maatregelen), de ‘Governancecode Zorg’ en protocollen over seksualiteit, medicatie en huiselijk geweld.

Een gezinshuis is altijd onderdeel van een multi- disciplinair team en in deze bouwsteen staat centraal hoe men met elkaar verantwoordelijkheid kan nemen voor zorg in gezinshuizen en wat voorwaarden zijn voor een goede, verantwoorde en navolgbare organisatie hiervan. Er is aandacht voor kernprocessen, de mogelijke manieren waarop de zorg en jeugdhulp in gezinshuizen georganiseerd kan worden en bij wie welke verantwoordelijkheid is belegd. Ook is beschreven hoe gezinshuizen
zijn ingebed in het werkveld. Tenslotte gaat deze bouwsteen ook over de transparantie die nodig is als je kinderen van een ander opvoedt en er sprake is van een hulpverleningstraject. Hoe regel je toezicht in een natuurlijk systeem?